In den beginne was er de nullum. Dat is de eerste zin van het “Zertifikat”. Dat wij ontvangen na het volbrengen van de Georgmarienhütte nullauf. Met het welbekende Arnhemse trio , althans zo noemt men ons, zakken wij af naar het gehucht Klöster Oesede, Georgsmariënhütte. Anderhalf uur rijden vanaf Arnhem is een andere wereld. Wat een rust en ruimte. Wij overnachten in een hotel een paar km van de stad. Een hotel in the middle of nowhere. Later blijkt hier een verzorgingspunt te zijn. Het is dan zeer merkwaardig dat geen van het hotelpersoneel ooit van de loop heeft gehoord. De loop die dit jaar voor de 50e keer wordt georganiseerd. Het hotelpersoneel is zeer behulpzaam, zodra ze ons zien geven ze direct een extra kamer. U kunt toch niet op dat extra bedje slapen! Wij vinden het best. Het ontbijt is ook geen probleem. Om half vijf ‘s- ochtends staat er voor onze deur een tray met ontbijt. Netjes hoor!
Voor het diner gaan we nog op zoek naar de start en vinden de locatie. Helaas is er helemaal niemand. Achteraf denk ik dat we verder hadden moeten vragen maar het adres klopte echt. De oorzaak ligt bij Georg, de obernull. Georg is een apart geval. We verdenken hem een verdwaalde Belg te zijn in Duitsland. De organisatie heeft nl. Belgische trekjes, van Deutsche gründlichkeit is niets te merken. Zo had Georg niet de moeite genomen het Nederlandse deel van de website aan te passen. Georg heeft wat problemen met de autoriteiten en moest uitwijken naar een andere startlocatie maar dat hoef je op de website natuurlijk niet aan te geven. Zo zijn er wel meer van dat soort grappen.
Als wij ‘s-ochtends aankomen staan we voor een dichte deur. We zijn niet de enige en na enig speurwerk vinden we de juiste locatie. We zien echter al heel wat lopers rennen. Te laat? Nee hoor, de start is van half zes tot zes. Een langzame groep is om half zes gestart, de snelle groep start om zes uur. Tenminste als je wilt. De eerste is al om vier uur gestart horen we. Ik begin te mopperen. Dit vind ik dus niks, René is in zijn element. Bij de briefing kregen we nog een handige tip. Als je niet meer weet waar je heen moet houd je een bordje voor je neus met een pijl dan is dat de goede richting. De route blijkt een officiële wandelroute te zijn rond de gemeente en die gaan we nu rennen. De route uitzetten hoeft dus niet.
Achter het fenomeen Null zit nog een hele wetenschap. Als je de route vijf keer hebt gelopen kom je in aanmerking voor een promotie en een geel shirt. Na tien keer het felbegeerde rode shirt. Met bijbehorende titel natuurlijk Je wordt dan automatisch lid van de organisatie. Je hebt bewezen dat je de route kent en fungeert als vraagbaak voor de aanstaande nullers. Het doet wat studentikoos aan en met een paar biertjes op is dat vast heel grappig. Bier dat overigens in ruime mate gratis! voorhanden is.
Om zes uur dan eindelijk het vertrek. Het vertrouwen in de route is er nog niet dus blijft de groep aardig bijeen maar wel in een fors tempo. Met 11 per uur aan de bak. Frans en Rene vinden dit prima, zelf vind ik het te snel maar houd dapper vol. We lopen samen op met Jan Broers die we vaker treffen bij de vreemdste loopjes. Altijd leuk! Hij kent de loop uit ervaring en geeft ons nog wat details. Nou dat stelt ons gerust, maar niet heus. Na een km of vijf is René weer verdwenen en wij laten dat zo. Samen met Jan lopen we naar de uitkijktoren die we als Nuller verplicht moeten beklimmen. Boven op de toren staat René ons op te wachten. Geweldig uitzicht. We nemen de tijd voor wat foto’s.
Hierna blijven we met zijn drieën bij elkaar en dat zal zo blijven. Jan kiest voor zijn eigen tempo en zakt wat af. We gaan door het Teutobergerwald en passeren allerlei kleine gehuchten. We zijn blij dat we steeds wat lopers in beeld hebben want soms wijkt de route opeens weer af van het origineel. We zien een pijl naar rechts, maar gaan naar links waar toch duidelijk een kruis staat, lopen door een achtertuin en komen weer uit op de goede weg?? Dat hadden we dus zelf nooit gevonden. Zo gaat dat nog wat vaker en dan klinkt er weer een kreet en vinden we toch onze weg. Zo is er ook een punt met een t-splitsing waar de pijl rechtdoor wijst, huh? Het pad is onherkenbaar en loopt dwars door een weiland. Aan de andere kant van het weiland is een paadje het bos in, pfew klopt dus. Achteraf blijkt de boer het pad weggemaaid te hebben. Zo zijn er nog meer van dit grappen.
Hoe anders is het lopen zelf. Was ik drie weken geleden na vijftien km er al klaar mee nu vliegen de km’s onder de benen door. Al heel snel passeren we de tien, vijftien km. We verliezen veel tijd bij de toren maar net na 8 uur hebben we er al een halve marathon opzitten. Zoals ik al vaker merk is hier ongeveer het omslagpunt waar ik altijd naar zoek. Het lijkt wel of er een schakelaar in mijn lichaam wordt omgezet en gaat het lopen vanzelf. Ik beschik weer over enorm veel power en het lopen gaat makkelijk. Alle heuvels worden rennend bedwongen behalve als het te steil wordt. Wow! René heeft het gevoel ook, Frans heeft vandaag iets mindere benen. We blijven bij elkaar maar het tempo gaat toch fors omhoog. Op de singletracks begint Frans te sleuren en ook heuvelafwaarts. We halen ze nu bij bosjes in en de power valt zelfs andere lopers op. Epo? Stukje afgesneden? We lopen toch een paar keer verkeerd maar nooit veel meer dan een paar honderd meter.
Uiteindelijk finishen we na 51km in 5:23 en worden onthaald door een groep enthousiastelingen voor de hal. Het is lekker weer en mensen zitten in het gras. Ik haal een paar biertjes en wij wachten even op Jan. Na het douchen gaan we naar de hal waar we onze Urkunde en Zertifikat oppikken. Niet zonder enige moeite want Georg en de Burgemeester zijn met uitgebreide monologen de promotiekandidaten aan het huldigen. Als we dan nog uitgenodigd worden het Null-lied aan te heffen trekken we het niet meer.
Conclusie: De null-loop voldoet aan zijn verwachtingen en is op zijn minst bijzonder te noemen. Het gebied is mooi en rustgevend. We besluiten vaker naar Duitsland te gaan. Een stuk dichterbij dan de Ardennen. Het lopen gaat beter en beter. Vijftig km alsof het niks is. Vandaag voelen de benen alweer normaal. Het vertrouwen groeit.
2 Responses to In principium erate nullum