We zijn weer thuis. Op zondag loop ik weer een duurloop en wederom gaat deze moeizaam. Beter dan de vorige keer maar hier word ik niet vrolijk van. Het wordt een km of 22. Enige opmerkelijke is een heidebrand. Loop je over een zeiknatte heide blijkt er toch iets in de brand te staan. Onder de grond staat iets in brand en de beheerder heeft dit afgedekt met een bult zand en een brandgang hieromheen. Er komt rook uit de bult. Zeer opmerkelijk.
De maandag en dinsdag zijn ingeruimd voor traditionele oud en nieuwvieringen. Tussen de feesten door lukt het mij om op dinsdagochtend toch nog een stukje te rennen. Het moet vroeg want we worden op tijd verwacht in Haarlem. Het weer is niet echt uitnodigend. Het regent op nieuwjaarsdag. Het heeft de gehele nacht al geregend. Als ik dan (erg) vroeg het bos in ga met een ernstig tekort aan slaap is het eigenlijk nog te donker. De enige manier om een beetje verantwoord door het bos te rennen is door in het midden van het pad te blijven. Consequentie is natte voeten. Maar als het lichter wordt blijkt dat natte voeten er vandaag bij horen, samen met vieze voeten. Ik ren alles bij elkaar toch nog een rondje Posbank van een km of 16 door de sompige heide. Voor het eerst sinds lange tijd voel ik zelfs weer kracht in de benen. Met een dikke glimlach loop ik als een verzopen kat de keuken binnen en tref daar mijn schoonmoeder. Ze kijkt mij aan en zegt: ‘ Jij hebt dit echt nodig hè?!’ Ik had het niet beter kunnen omschrijven.

