Vandaag staat een zware etappe op het programma. We lopen iets van 18km en 900 hoogtemeters. Het ochtend deel is spectaculair, het middagdienst is gewoon saai.

We starten voor ons doen best vroeg. Aan 8 uur zijn we weg. Het eerste stuk is best pittig maar daarna lijkt het wel of we in een heel ander ecosysteem rondlopen. We lope n over de langste hangbrug tot nog toe.

We krijgen er geen genoeg van. Het Nepalese landschap is spectaculair. We lopen over de langste en de oudste brug. De laaste is voor een groot deel van bamboo.

Het middag deel is gewoon saai. Een dirtroad die eindeloos op en neer gaat. Wat ons bezighoud zijn de gewone mensen op het land.
We zien veel plattelandsmensen. De ouderen zien er erg doorleefd uit. Zo ook een van de porters. Ik schatte hem op 70 maar hij blijkt 55. Het leven in Nepal is hard.

Ik maak hele mooie foto’s van de Himalaya. Het mooie van de dag zit in het avondeten
Vandaag eten we samen met onze dragers Dal Bat . Het is een wat ongemakkelijke setting. We spreken elkaars taal nauwelijks maar toch heel gezellig. Kay heeft Indische roots en spreekt Hindi. Daarmee kan ze zich verstaanbaar maken bij een van de mannen. Die vertelt zijn levensverhaal. Op zijn 13e alleen naar India om te werken in de keuken van een Restaurant. Het geld gebruikt hij om zijn zusje te laten studeren. Zijn ouders zijn allebei doofstom. Dat is niet best in Nepal. Nu is hij 23 en werkt hij als sjouwer. In de tussenperioden werkt hij op iemand anders land om te helpen met oogsten. De helft mag hij houden als loon. Wat een leven. En dan komen wij daar als dikke toeristen geld uitgeven.

Ik geef hem mijn eten. Zij eten elke dag Daal Bat bij lunch en diner. Moeten ze zelf betalen. Mijn egg curry is in no time verdwenen. Ik geef hem bier. Dat krijgt hij niet vaak. Ook bestellen we Raksi, een soort rijstwijn. Dat gaat hem te ver. Ik lust dat wel, net als de glaasjes van de anderen. Met iets teveel op, maar een ervaring rijker ga ik naar bed. Gelukkig voor de laatste keer in zo’n vieze lodge.