2017-09-09 UTMR Stage 4 van Macugnaga naar Grachen, 44km en 2850D+.

Bij de finish hoor ik dat het eten ergens in een tent is buiten het dorp. Er gaan pendelbusjes. Omdat ik vrij laat finish heb ik weinig tijd om te douchen en daar heen te gaan. Bovendien trekt het me totaal niet om ergens afgelegen te gaan eten en dan nog hopen dat het lekker is. Ik sms Frans om te vragen of hij geen zin heeft om bij een pizzeria te eten om de hoek. Dat wil hij wel. We eten heerlijke Italiaanse pizza en ik neem er zelfs wijn bij. Wat een genot. De restauranthouder doet zijn best om ons te plezieren. We zijn overigens bepaald niet de enigen. De hele zaal zit vol trailers. Zelfs trailers die eerst naar de tent zijn gegaan om vervolgens te concluderen dat dat niks was. Zijn omgekeerd om hier te eten. De berichten zijn overigens wisselend. Ik hoor ook van lopers dat het eten daar prima was. 

Koud en guur op de bergtop. Nu heb ik profijt van een dikke baard

Op papier lijkt het een iets makkelijkere stage maar uit eerste hand heb ik al vernomen dat dit schijn is. De Monte Moro is een technisch stuk en ook het stuk vanaf Saas Fee is geen appeltje eitje. De sfeer is goed. Ik heb genoeg energie. Grote zorgen maak ik mij over de tijdlimiet. De is met 24 km en 1500 meter klimmen binnen 6 uur in Saas Fee gewoon krap. Wandelend staat er 9 uur voor! Ik laat het vrij snel los. Ik kan er toch niet veel aan doen.

Plan de campagne is om in 4 uur over de Monte Moro heen te klimmen en in de laatste twee uur de tijd in te halen. De coll ligt op 7 km. Wandelend doe je er ruim 4 uur over om op de top te komen. Dat moet dus sneller want geen enkele kans dat ik 17 km in twee uur red met een technische afdaling. 

De klim gaat me redelijk af. Ik kan dat best goed en blijf goed bij. Ik haal zelfs atleten in. Het wordt steeds kouder en guurder. Een honderd meter onder de top bij een CP adviseren de officials ook om warmere kleding aan te trekken. Ik drink hier wat warme thee en trek mijn warme spullen aan. 

Bij vertrek meldt men dat het nog 200 meter klimmen is alvorens de afdaling. Shit. Ik dacht dat ik al op de top was. Nou ja, 200 meter lijkt mee te vallen. 

Klimmen naar de top van de Monto Moro. Het is glad en koud en niet echt makkelijk. Dat kan er ook nog wel bij

Maar niks is minder waar. Echt makkelijk naar boven lopen is het zeker niet. Ook al omdat het weer niet meewerkt. Het is rond het vriespunt. We zitten nu in een fase waarbij ik het niet zo leuk meer vind. 

Op de top staan vrijwilligers met een tentje net om de hoek. Applausje voor deze gasten. Vier dagen kamperen onder deze omstandigheden is een prestatie!

Op de top is het echt koud. Voor het uitzicht hoef je niet te blijven dus vol goede moed ga ik op weg. In mijn herinnering heb ik de glibber en glij tocht van gisteren in mijn hoofd. Op dat moment denk ik nog dat het een voordeel is. Heb al wat ervaring zal maar zeggen. 

Sommige stukken zijn technisch. Van steen naar steen, spekglad.

Het gaat inderdaad om een technische afdaling. We springen van rots naar rots en af en toe zit er een plak ijs tussen. Hier krijgen mijn enkels het stevig te verduren. Ik stoot mijn schenen, zwik wat door mijn enkels en val een paar keer achterover. Dit is voor mij een keerpunt. Dit vind ik echt niet leuk. 

Ik besluit wat voorzichtiger naar beneden te gaan. Mijn gezondheid gaat voor. We zien wel. Het aantal daalkms op dit terrein is niet zo heel erg groot. Dat valt gelukkig mee. Een paar 100 meter lager wordt de ondergrond minder technisch en kunnen we weer aan rennen beginnen te denken. Ik ben na een 4 uur 15 weer beneden. Ai.

Er zitten ook gevaarlijke stukken bij. Op een smal richeltje waar je naar achter moet buigen slip ik een beetje weg en gaat bij mij de knop om. Dit is gewoon gevaarlijk.

Helaas lukt het rennen niet meer. Mijn enkels geven het op. Ze doen pijn. Ik sla aan het rekenen. Ik moet nog een 15km en heb nog krap twee uur. Normaal gesproken appeltje eitje. De ondergrond is redelijk vlak. Met een uiterste poging moet het kunnen. Voorwaarde is wel dat ik de pijn moet verbijten en twee uur in het rood moet lopen. 

We rennen naar het meer. Af en toe moeten we ergens omheen

Het stuk vanaf Saas Fee is 20 km waar ik dan weer 6 uur voor zou hebben. Dat klinkt te doen. Al zou ik het helemaal wandelen. Een idee dat me niet geheel aantrekt want voor de rest van de dag wordt slecht weer verwacht. Dat bleek ook te kloppen. Forceren, door de pijn heen en dan nog 6 uur door de regen. Ik ga ervoor!

Om vervolgens door de enkels weer hard in de realiteit gezet te worden. Het lukt simpelweg niet. Ik wordt regelmatig voorbij gelopen door andere atleten. Blijkbaar was ik niet de rode lantaarndrager. Al snel concludeer ik dat het tempo te laag ligt en ik het niet ga redden. Het verstand komt boven en ik geef het daar op. Ik zie de tijd voorbij strijken en ga wandelend naar Saas Fee.

 

Het is over en uit. De limiet is verstreken

Op de checkpoint is men onverbiddelijk. Chip wordt afgeknipt, tracker verwijderd. Ook ruimt men het parcours al op. Ik wordt met een busje met een man of 10 naar Grachen gebracht. Ergens hier breken de emoties toch los. G*@domme. Zo dichtbij. De malheur wordt nog eens verergerd als blijkt dat de limiet een half uur verlengd was. Whaat!!! had men niet ff kunnen sms-en. Ik kreeg de hele route smsjes van de organisatie over de meest domme dingen en deze laat men na!?

Saas Fee. Einde van de UTMR voor mij

Ik ben dus niet 40 minuten te laat maar slechts 10! 10 minuten te laat na 150km en 36 uur rennen door de bergen. Ik krijg het even te kwaad. 

Gelukkig kan ik het gevoel snel wegdrukken. Aan het laatste stuk heb ik niet veel gemist. Door het weer is het weinig mooi. Ja ik finish niet en krijg geen medaille. De kers op de taart ontbreekt. Blijft over een mooie taart. 

De organisatie stuurt na de wedstrijd een mail met ondermeer de volgende tekst:

‘ We set high entry requirements for runners because as our first 170km winner Stone Tsang said, this is “Not a normal ultra!” It is bold, it is beautiful and it is brutal. The full route is the race that I, Lizzy, wanted to run. It is tough, whatever race you choose. It doesn’t matter if you made it to the finish line or not. Each and every runner should be proud of making it to the start line, each and every supporter or volunteer should be proud of their contribution. We appreciate so much you being a part of this journey with us.’

En dat komt dan wel weer overeen met mijn gevoel. Ik heb een fantastische reis gemaakt en weer een mooi avontuur beleefd.

Topweek met vlnr Martine, Tom en Mirjam. Bedankt voor de gezelligheid!

Ik zie Frans finishen. Die is erg diep gegaan en heeft het erg koud. In het appartement liggen Mirjam en Tom op apegapen. Zij hebben beiden de 170km race volbracht. Superknap. Martine is mooi op tijd gefinisht. We kunnen naar de party!

Conclusie: Prachtige route, erg bijzonder om hier te zijn. Het lukt mij toch om 2 bergmarathons en een stukje achter elkaar te lopen. Ik heb veel mensen ontmoet en weer veel indrukken opgedaan. Fysiek was ik sterker dan ik dacht. Helaas voor de laatste finish. Ik kan het heel goed loslaten en kijk terug op een prachtige week. Topweek! Maximaal genoten!

 

 

This entry was posted in Marathon, Trail, ultra, UTMR, Wedstrijd. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *